Tag: Duiken

Gili Gede; een ‘secret’ Gili bij Lombok

Gili Gede; een ‘secret’ Gili bij Lombok

Indonesië | Lombok | Gili Gede

Een onbekende Gili

Gili, eilandengroep ten westen van Lombok – Indonesië. De meeste reizigers en zeker backpackers in Zuidoost-Azië hebben er óf over gehoord óf zijn er zelf geweest. Reden genoeg voor ons om te zoeken naar een minder bekende variant. Die ene plek die nog puur is en ongerept. Een ‘secret’ Gili die je eigenlijk voor jezelf wilt houden of in ieder geval de parel wilt laten blijven die ze nu is. 

Hectisch Bali

Bali Ngurah Rai International Airport, half 5 donderdagmiddag. Nadat we onze backpacks van de band hebben geplukt, lopen we naar de aankomsthal, recht in een fuik van honderden schreeuwende mensen. Ze houden naambordjes boven hun hoofd en zijn driftig in de weer de aandacht te trekken van hun gasten. Als een slang wurmen de aangekomen passagiers zich een weg er doorheen. Zo ook wij, op naar een taxi. 

Op de weg is het al net zo’n drukte. Luid toeterende auto’s en scooters wurmen zich, beladen met alles wat erop past, tussen het verkeersgeweld door. Bali is, vooral hier in het zuiden, populair, en dat is te merken. Luxe Ibiza-style loungebedden liggen zij aan zij op volbepakte stranden. Erachter staan rijen vol kraampjes met sarongs, vliegers en houtsnijwerk. Wie verder kijkt op Bali dan zijn strandbed ziet imposante tempels, rijstvelden en vulkanen. Drukbezocht maar niet minder mooi. 

Full moon parties en schildpadden bij de ‘bekende’ Gili’s

Bali, hoe prachtig ze ook is, wij zijn op doorreis naar het oosten. Eerste stop is een van de eilanden voor de westkust van Lombok. De meeste toeristen kiezen voor een van de drie Gili’s; Gili Trawangan (Gili T voor intimi), Gili Air en Gili Meno zijn al jarenlang favoriet bij feestende en chillende backpackers. Fastboats hebben in de loop der jaren een bezoek aan deze eilandengroep eenvoudig gemaakt door er in een paar uur van oost-Bali naartoe te varen. Gili T was ooit, toen ik er in mijn jonge jaren was, een ongerept eiland met een handvol hostels en duikscholen. Ik sliep in een hangmat, beleefde mijn eerste duiken, haalde mijn Open Water brevet en dacht dat het doodnormaal was elke duik schildpadden te zien.

Inmiddels is dit de plek voor wie nachten door wilt halen met full moon parties en feestende soortgenoten. Gili Air, de kleinste van de drie is iets rustiger dan Gili T. Delen van haar kustlijn hebben plaatsgemaakt voor een aantal resorts en bars en ook hier vinden tegenwoordig de nodige feestje plaats. Gili Meno heeft van de drie het minste vertier en nog plekken waar je zonder herrie met een goed boek in je hangmat kan chillen. 

Duiken en snorkelen rondom de eilanden blijft prachtig. De vele duikspots zorgen ervoor dat groepen duikers worden verdeeld over verschillende plekken. Het koraal is weliswaar niet overal meer zo ongerept maar nog steeds kleurrijk en vol vis. Door verschillende projecten waarbij schildpadden worden beschermd kom je deze ook nu nog steeds met enige regelmaat tegen. De eilanden blijven bijzonder en zijn, ieder voor hun eigen doelgroep (kies wat bij je past!) heerlijk om te verblijven.

  • Lokaal vervoer op Gili Meno

Onontdekt en authentiek

Dat gezegd hebbende is er, voor ons althans, altijd wel een reden om op zoek te gaan naar iets anders dan anders; het andere Indonesië, weg van de gebaande paden, terug naar de oorsprong. Na een heerlijk Indonesisch maaltje en een goede nacht op Bali om de jetlag eruit te slapen vertrekken we de volgende ochtend met de boot vanaf Serangan/Bali naar Gili Gede. Op naar het rustigere zuidoosten.

  • Gili Gede
    Haven van de kampong

Gili Gede oftewel ‘groot eiland’ ligt voor de zuid westkust van Lombok en meet een heuse 4 bij 1,5 km. Vlakbij liggen haar kleinere zusjes Gili Layar, Rengit , Anyaran en Asahan. Anders dan Gili T en haar soortgenoten is deze eilandengroep relatief onontdekt en authentiek. Geen full moon parties maar sunset in een hangmat aan de zee. Wegen en auto’s zijn er niet. Het belangrijkste vervoermiddel is de perahu, een traditionele kano met sierlijke dragers aan beide kanten die zorgen voor het nodige evenwicht. 

Hula hula hula hoop hoop hoop ….

We stappen uit op de hoofdsteiger van Gili Gede waar een plukje mensen staat te wachten. Zo ook onze boatsman. “Welcome! Please step in, I will bring you to Hula Hoop”. Onze accommodatie heeft een perahu geregeld om ons, bagage incluis, om te varen naar de andere kant van het eiland. De bungalows van Hula Hoop, ons thuis voor de komende dagen, lijken als stipjes uitgestrooid op een heuvel aan de zee. Direct ervoor ligt het rif met koraal in alle kleuren en veel tropische vis. Boten kunnen door het huisrif alleen met hoogwater aanmeren aan de kleine steiger van de eco lodge. Is het eb, dan wijken ze uit naar het strand van het naastgelegen dorp. In de vijf kampongs, die door voetpaden met elkaar verbonden zijn, wonen 1000 mensen. Sinds kort rijden er in de dorpjes wat scooters, bij Hula Hoop (gelukkig) niet. 

Onze bungalow is van de zeven het hoogst gelegen op de heuvel. Alles is gemaakt van hout, touw, schelpen en andere natuurlijke materialen. Het meeste komt van het eiland zelf. De decoratie is door de lokale bevolking gecreëerd van drijfhout en andere aangespoelde spullen.

  • Deluxe Bungalows op de heuvel

Het door Hula Hoop opgezette plastic project leert de bevolking recyclen en gebruiksartikelen te maken van plastic afval. Afvalverwerking is in Indonesië een groot probleem. Faciliteiten zijn er niet en kennis ontbreekt. Aan de zuidkant van het eiland zien we plekken met veel plastic afval. Op een andere plek staat een prullenbak gemaakt van plastic flessen. Het is een proces wat tijd kost maar de eerste resultaten zijn gelukkig al zichtbaar.

  • Gili Gede
    De eerste resultaten van het plastic recycling project zijn al zichtbaar

Het uitzicht vanaf onze veranda is als in een film. Anderhalf jaar zijn ze bezig geweest om de lodge te bouwen. Er was niets, geen stroom, geen water, alleen de berg en het rif. Zonne-energie zorgt voor elektriciteit en een zelf gevonden waterbron voor zoetwater. De kast in de kamer is gemaakt van een halve perahu en de douchekop van een oude gieter. Het gebruik van bestaande materialen en de details maken het geheel zowel eenvoudig als uniek.

Meeting the locals

Bijzonder aan Gili Gede is dat je je tussen de lokale bevolking bevindt. Direct naast onze lodge ligt een van de vijf kampongs (dorpjes) die het eiland rijk is. Toeristen komen hier niet veel en dus zijn wij hier de grootste bezienswaardigheid. Als we aan komen lopen, rennen de kinderen uit het dorp ons enthousiast tegemoet. Ze springen en roepen om ons heen. ‘Hello! How are you? What’s your name?

Op het eiland is 1 school en 1 voetbalteam met 11 kinderen. Ze trainen elke dag in de ‘voetbalzaal’, lees: een betonnen vloer met een dak erboven. Ernaast staat de moskee te glimmen in de zon. Koeien lopen naast het voetbalveld én erover heen. Op de plek waar je de middenstip zou verwachten ligt een grote koeienvlaai. Het lijkt niemand iets te schelen. Zij komen hier om te trainen. 

Steun voor Lombok

Vanuit Nederland hebben we in samenwerking met Stichting Steun voor Lombok een project opgezet om de bevolking op Lombok te helpen. Zo hebben we voor het voetbalteam op Gili Gede nieuwe tenues meegenomen. Hoe we dit beleefd hebben lees je hier.
  • Moskee op de achtergrond

We lopen door de kampong naar een kleine haven aan de zuidkust van het eiland. Vissers komen terug van hun dagelijkse trip op zee en halen hun netten binnen. Ze roepen ons en laten trots hun vangst van de dag zien. We lopen verder langs de kleine eenvoudige huisjes aan de kust. De mensen zijn open en vriendelijk, maken allemaal een praatje met die blonde mensen uit ‘Belanda’. Een paar kinderen spelen met krabbetjes op het strand. Dit is hun leven op dit eiland; eenvoudig maar goed. 

Magie onder water

De volgende dag; duiken! Gili Gede heeft twee duikscholen, wij kiezen voor Go Wild Dive. Sunken Island is onze eerste duikspot. De zee is een beetje ruig als we achterover de boot afrollen. Eenmaal beneden neemt de deining ons rustig mee over het rif. Het koraal bloeit in alle kleuren. Papegaaivissen, butterfly-vis, clownvissen en een koraalduivel zweven om ons heen. Kleurrijke ‘nudibranches’ geven een heel andere dimensie aan de slak in vergelijk met de slijmerige bruine exemplaren in onze Nederlandse achtertuin. 

Tussen de duiken door maken we een tussenstop op de parelwitte stranden van buureiland Gili Layar. Met een kop thee en in palmblad verpakte rijsthapjes is dit de perfecte plek om te lunchen en op te laden voor de volgende duik. Ga je liever snorkelen, dan is dit een van de plekken waar je met een snorkeltrip naartoe gaat. Het koraal ligt vlak voor het strand en is ondiep genoeg om al snorkelend goed te kunnen zien.

Ik heb duikinstructeur Inyonk gevraagd of hij een zeepaardje voor me kan vinden. In 100 duiken over heel de wereld heb ik die nog nooit gezien. Zonder beloftes maar met enige hoop dit bijzondere diertje te spotten, zakken we de blauwe diepte in. Mijn duikcomputer geeft 21 meter aan als Inyonk naar een stuk fankoraal wijst. Daar zit ze dan; moeder zeepaard, 1cm groot, rood en wit gekleurd. Wat een plaatje! Op de terugweg schuift een oude grote schildpad rustig langs ons heen. Wat een magie. De onderwaterwereld is als meditatie onder water, het beste ooit. 

Terug bij Hula Hoop, een plek die op vele fronten bijzonder is. De ligging, het uitzicht en de prachtige bungalows. Maar vooral de mensen hier, veelal locals uit het dorp. Zij hebben de kans gekregen hier te werken en doen dat vol overgave. Deze vriendelijkheid en gastvrijheid laat je thuis voelen en maakt Hula Hoop uniek. 

Als de zon achter het tegenover gelegen eiland wegzakt zien we vulkaan Ajung op Bali in de verte. De maan verschijnt. Deze full moon deze nacht heeft helemaal geen party nodig. Dit is al een feestje op zich. Wat een unieke plek! 


Eten en slapen

  • Wij verbleven bij Hula Hoop Bungalows www.hulagili.com. Gelegen op de heuvel, naast de kampong, eco-friendly, stijlvolle bungalows, geweldig uitzicht, vriendelijk personeel, goed restaurant, direct aan zee, prachtig koraalrif voor de deur en heerlijke plekjes om te chillen. De staff is zo aardig en behulpzaam. Je voelt je er meteen thuis.
  • Restaurants vind je bij de paar accommodaties op het eiland. Het eten bij Hula Hoop is heerlijk en de zonsondergang die je ziet vanaf het terras onvergetelijk. 

Vervoer

  • Vanaf Bali: sinds 2019 vaart de fastboat www.giligetaway.com van Serangan (vlakbij Sanur) naar Gili Gede. Er wordt een stop gemaakt op Nusa Lembongan en Nusa Penida. Totale reistijd: 2 uur.
  • Vanaf Lombok: in Tembowong kan je een bootje regelen en vaar je in 30 minuten naar Gili Gede. 
  • Lokale (vissers)bootjes brengen je van de ene naar de andere plek op het eiland.
  • De 5 kampongs op het eiland zijn door (soms slechte) voetpaden met elkaar verbonden. Wil je het hele eiland rondlopen dan doe je daar ongeveer 5 uur over. 

Praktisch en tips

  • Het koraal rondom Gili Gede, Gili Layar en de eilanden eromheen is prachtig. Via je accommodatie kan je een snorkeltrip boeken naar de mooiste snorkelplekken. Doen!
  • Duiken: hebben wij gedaan met Inyonk van Go Wild Dive www.gowilddive.com. Hij is enthousiast, relaxt, leuk met kinderen en hij wist een zeepaardje voor me te vinden (held!).
  • Er is geen ATM op het eiland. Neem voldoende cash en een creditcard mee. (niet overal geaccepteerd). 
  • Je bent op een onontdekt eiland of je bent het niet. Er zijn geen (echte) supermarkten, geen (feest)cafés, het zoetwater is ziltig en de wifi is zwak of helemaal niet aanwezig. Maar who cares? Je bent op de mooiste plek ever!
  • Meet the locals! De mensen in de kampongs vinden het geweldig je te ontmoeten. Ze zijn vriendelijk, gastvrij en nieuwsgierig. Wat ruimte over in je backpack? Neem iets voor de lokale bevolking mee. Wij namen twee grote koffers met spullen mee. Hoe wij dit organiseerden lees je hier.


Eilandleven in Panama

Eilandleven in Panama

Panama | Bocas del Toro | Isla Bastimentos

– kaaimannen, luiaards en felle kikkers –

We reizen door het nog relatief onontdekte Panama en stranden in een jungalow op eiland Bastimentos; een huis op palen in de dichte jungle. Geen muren, wel uitzicht. 

Ik twijfel of ik wakker ben of dat ik droom. Het klinkt alsof iemand naast ons bed de douche heeft aangezet op standje waterval. Ik kijk door mijn klamboe naar buiten: jungle gevuld met grote dikke druppels. Groene bladeren, zo groot als parasols buigen door de massa water die uit de lucht komt. Vreemde geluiden vullen de kamer. Getjirp, gekwetter en een krakend geluid. We liggen onder een klamboe op de bovenste verdieping van onze jungalow. De naam zelf zegt genoeg. Zoef! Een vleermuis scheert vlak langs het bed. Had ik al verteld dat onze kamer open is?

Na een vlucht vanuit Panama City zijn we de dag ervoor geland op Isla Colon, hoofdeiland van eilandengroep Bocas del Toro. Een korte wandeling van de kleine landingsstrip naar de haven laat zien dat hier met name backpackers stranden die zin hebben in een feestje. Hostels en bars vullen de kleurrijke straten van dit stukje Cariben. De sfeer is relaxt, de nachten zijn lang en mogelijkheden eindeloos. Wij houden het voor gezien en springen in een bootje naar buureiland Bastimentos. 

Kaaimannen, luiaards & felle kikkers

De schipper kent de weg en zigzagt bedreven door het ondiepe water tussen het rif en de mangrove door. ‘Laat maar weten als je weer terug wilt’ roept hij al zwaaiend als hij ons achterlaat op de steiger. Na amper een kwartier varen waan je je in een andere wereld. Stilte, vogelgeluiden, in de verte een kano en in de baai een familie tuimelaars! Palmar Dock is niets meer dan een vlonder in de mangrove van zuidelijk Bastimentos. Dwars door de wildernis loop je in tien minuten naar de noordkust. Halverwege is een zoetwaterlagune waar een bordje het zowel nuttige als logische advies geeft de aanwezige kaaimannen niet te aaien. Het pad gaat verder met als eindbestemming Playa Rana Roja. Het strand is vernoemd naar de aardbeirode pijlgifkikker die zich thuis voelt in dit vochtige klimaat en met wat geduld en gedegen speurwerk te vinden is. Plots opent het bladerdak zich voor Red Frog Beach; wit poederzand, palmbomen tot aan de zee en jungle in de achtertuin. 

Palmar Beach Lodge is een Eco-resort met tenten, een paar huisjes en 1 jungalow. De sfeer is relaxt, de tropische cocktails en maaltijden van het op het strand gelegen restaurant zijn de allerlekkerste. De palmbomen bieden houvast aan hangmatten en een slackline voor de acrobaten onder ons. Vogels vliegen al kwetterend voorbij, een gifkikker huppelt tussen de vochtige bladeren door en in de boom kruipt een rattenslang. Veel dichterbij de natuur kan je niet komen. 

‘Over het strand en door de rimboe ben je er in een uurtje. Neem maar geen lunch mee, er is een prima restaurant’ aldus de behulpzame receptionist. Bestemming van vandaag is Polo Beach, een baai waar het mooi snorkelen is. De route over het strand is een beleving op zich. Mangrovebossen staan met hun wortels zo ver in zee dat het kiezen is tussen klimmen of zwemmen om verder te komen. Het is dé perfecte mix voor ons:  dichte jungle en strand. Bas en Siep klimmen en klauteren, nemen tussendoor een duik en gaan op zoek naar luiaards en gifkikkers.

Iets verderop, tussen dichte begroeiing loopt een paadje. “Kom jongens, daar moeten we doorheen!”. Opeens, vanuit het niets verschijnt op ooghoogte een luiaard, hangend aan een palmblad, een welwillend model voor onze camera. Zo dichtbij dat we de algen op zijn vacht haarscherp kunnen zien. Hij is op weg naar boven na zijn wekelijkse toiletbezoek onderaan de boom. Traag klimt hij met zijn scherpe tenen omhoog om daar, als een bolletje wol, in een diepe slaap te vallen.

Healthy food van vriend Polo

‘Dónde es Playa Polo?’ vraag ik in mijn beste Spaans aan de eerste local die we tegenkomen na dik een uur lopen. De man lacht breeduit en zegt: ‘Me llamo Polo y aquí es Playa Polo’. Op mijn vraag of hij weet waar het restaurant is, wijst hij naar zijn hut en zegt opnieuw: ‘Hier!’. Op een open vuur pruttelt een pot. ‘Triggerfish with coconut rice, please help yourself!’. Na enig aarzelen scheppen we een paar bordjes vol. Het mengsel smaakt verrukkelijk. Met een enorme machete ragt de oude man in twee klappen een kokosnoot open. ‘Here, drink! It’s healthy’ zegt hij tegen de kinderen. Polo woont al 56 jaar in dit rieten huisje. Het strand is naar hem vernoemd, of is het andersom? Hij ontvangt toeristen, helpt ze aan overheerlijk voedsel en maakt graag een praatje. Met een goed gevulde maag zwaaien we deze bijzondere man gedag. De receptionist heeft niets teveel gezegd. Hier zit een prima restaurant. 

Na een paar onvergetelijke dagen en nachten bij Palmar Beach Lodge verhuizen we per taxiboot naar het hoofdstadje van Bastimentos. Eerder die week ontmoetten we Michel en Ginette, een Frans-Canadees stel dat hier al een paar jaar woont en de eco-friendly duikschool Scuba 6 Eco Diving heeft opgezet. Op wat palen huist de in elkaar getimmerde duikschool annex B&B, direct naast de haven van Bastimentos Town. Hond Lucky struint al kwispelend over de steigers achter Bas en Siep aan heeft de harten van de jongens gestolen. Voor het broodnodige contrast verruilen onze luxe resort voor een kamer op palen bij de duikschool. 

Soms ontmoet je mensen die zo mooi kunnen vertellen dat je alleen nog maar kan luisteren. Ginette is daar het levende voorbeeld van. Als zeebioloog weet ze alles over de oceaan en het onderwaterleven. Ze vertelt honderduit. Nadat we alle spullen hebben ingeladen varen we richting buureiland Isla Solarte. Bas is thuis bezig zijn duikbrevet te halen en mag voor het eerst mee naar 12 meter diepte. Het koraal en de tropische vissen zijn wel even andere koek dan de waterplanten en snoekbaars in de Vinkeveense plassen. Siep probeert met zijn 8 jaar voor eerst wat het is om met perslucht te duiken. Op 1 meter diepte is voor hem de ervaring al net zo bijzonder. Voor ons, ervaren duikers, is het kunnen duiken met je kinderen goud waard. 

Die nacht scheurt de hemel open. Donder en bliksem doen onze op palen gebouwde kamer schudden. Een geschrokken Lucky krabt in paniek aan de deur en krijgt het met zijn angstige ogen voor elkaar de rest van de nacht tussen de jongens in te slapen. De volgende ochtend worden we wakker van het geronk van de boten die af en aan varen in de naastgelegen haven.  

Zondags komt het slaperige hoofdstadje tot leven. Eilandbewoners maken muziek op het havenplein waar de geur van geroosterde maiskolf overheerst. In de smalle straatjes, vrij van verkeer, spelen kinderen met waterpistolen. Ze spreken gwadi-gwadi, een mix van Jamaicaans Engels, Spaans en een vleugje Guaymí; de taal van de lokale bevolking Ngöbe-Buglé.

Een groepje kinderen zeult een volle krat met lange platte bonen. ‘Twenty five cents! Es tama-tama’ zegt Daisy. De bonen zijn gevuld met witte plakkerige vruchten die heerlijk zacht en zoet smaken. Voor 2 dollar kopen we een voorraadje voor onderweg. Vandaag zwaaien we Isla Bastimentos, Ginette, Michel en Lucky gedag en reizen we verder, terug naar het vasteland de bergen in. 


Praktisch

Hoe kom je er?

Je vliegt met Air Panama vanaf Panama City naar Isla Colon in drie kwartier (ca € 100,=). Kom je over land dan rij of neem je de bus naar Almirante. Vanaf daar ga je met de boot (meestal via Isla Colon) naar Bastimentos (ca € 8,=).

Slapen

Slapen in de jungle aan het strand doe je bij Palmar Beach Lodge op Isla Bastimentos https://www.palmarbocas.com/ luxe in de jungalow, in een safaritent of dorm. In Bastimentos Town zijn veel hostels; Dreamcatcher ligt prachtig, aan zee en heeft een relaxte Caribische sfeer. 

Duiken

Zonder twijfel doen bij Ginette en Michel van Scuba 6 Eco Diving. Voor het duikavontuur en de verhalen van Ginette. https://www.scuba6ecodiving.com/

..

Eten

Sowieso een bordje scheppen uit de pan van Polo bij zijn huisje aan Polo Beach (ca 1 uur lopen naar het noorden vanaf Red Frog Beach). Verder kan je heerlijk en betaalbaar eten bij Palmar Beach Lodge. Of ga met een taxiboot een avondje naar Bastimentos Town.

Doen

Cayo Zapatilla, een stukje puur Panama op een uurtje varen vanaf Isla Bastimentos. Cayo Zapatilla is een onbewoond paradijs in de Caribische zee. Een pad door de jungle brengt je naar de andere kant van het eiland. Ga picknicken op een strand met wit poederzand. Wel zelf je picknickmand meenemen want er is niets te koop. 




Down under in Australië

Down under in Australië

Australië | South West Rocks |

– Jaws, Nemo en blauwe flippers –

We zakken langzaam de donkere diepte in. Mijn duikhorloge geeft 24 meter aan als gids Peter naar een opening in de rots, formaat keukenraam, wijst. Het water is koud, het zicht minimaal en de stroming tegen gevaarlijk aan. Daar binnen moet het gebeuren. De twijfel slaat toe. Toch wil ik dit al zo lang. Steven Spielbergs Jaws komt snoeihart in mijn geheugen binnen. Duiken met haaien in een grot. Waarom?

De drie maanden durende roadtrip langs de oostkust van Australië is even rustgevend als indrukwekkend. Cairns, startpunt van de reis, straalt de sfeer uit die je in Australië verwacht. Vriendelijke mensen zitten op een bankje in de zon met zicht op de oceaan. Kinderen rennen op blote voeten door speeltuinen met watersproeiende plastic beesten. In het gras staan koelboxen, gevuld met worstjes. Klaar om geroosterd te worden op de aanwezige barbecues in het park. No worries is het motto.

Rij je een paar honderd kilometer landinwaarts, dan ontvouwt zich een heel ander beeld. Was er aan de drukke kust nog geen kangoeroe te bekennen, is het hier goed opletten dat wally niet op je motorkap belandt. Het landschap verandert van droge steppen naar hoogvlaktes met koele meren, en van kloven naar gebergtes met puur graniet. Wat overheerst is de weidsheid van een land, groter dan heel Europa bij elkaar.

Tijdens een van de warme avonden bij het kampvuur lees ik een folder over ‘diving with sharks through Fish Rock Island’. Through? Duiken door een eiland? Een tekening verklaart de titel en schetst een doorsnee van de rotspunt. Op 24 meter diepte is het startpunt van Fish Rock Cave, een smalle tunnel die je door een gangenstelsel naar de andere kant van het eiland voert. De uitgang (op 12 meter onder de zeespiegel) is breder en, door de sterke stroming, een visrijke spot. Een plek die garant staat voor patrouillerende zandtijgerhaaien op zoek naar een lekker hapje. ‘Een unieke kans om haaien te spotten!’ aldus de folder. Op naar de vissenrots!

South West Rocks

De no worries modus van de afgelopen weken vertoont al bij het zien van mijn duikgenoten de eerste scheuren. Breedgeschouderde zeebonken, van kruin tot teen gehuld in zwart neopreen, tillen hun duikfles in de boot alsof het een literfles Cola Light is. Als enige dame in het gezelschap voel ik me op z’n zachts gezegd nerveus. Na een bumpy boottocht komt de duikspot in zicht.

De naam gaf het al aan: meer dan een grote rots die boven water uitsteekt is het niet. De briefing van Peter laat al evenmin iets aan de verbeelding over:

‘Zwem nooit verder dan 3 meter bij je buddy vandaan. Or you will get lost! Eenmaal bij de uitgang van de tunnel, blijf je strak tegen de linkerkant van de rotswand. De rest? Dat is het territorium van de haaien. En hou je vast aan die rotswand, want anders; you’re gone with the current’.

Fish Rock

En zo bevind ik me dus niet veel later in de donkere diepte. Via de deuropening slurpt Fish Rock Island ons naar binnen. Door smalle gangen, soms loodrecht omhoog, koersen we onszelf door het eiland. Mijn zaklamp verblindt een wobbagong; een ongevaarlijke haaiensoort die de vrije vertaling van zijn naam (harige baard) eer aan doet. In het licht van onze lampen glinsteren links en rechts scholen vissen en ergens in de hoek doet een kleine rifhaai een dutje. Het troebele water en de duisternis geven je het gevoel in een thriller te zijn beland. Gespannen hou ik mijn buddy in het vizier. Bij gebrek aan gezichtsherkenning onder deze omstandigheden, sla ik het beeld van zijn blauwe flippers in mijn brein op.

Foto: South West Rocks Dive Centre

In de verte perst de zon haar stralen door het uiteinde van de tunnel. We zijn er! Daar moet het spektakel zijn. Verlicht felblauw water geeft de richting aan. Bij de uitgang is de stroming enorm. De woorden van Peter borrelen omhoog. Ik grijp me vlug vast aan de linkerkant van de rots en kijk om me heen. De belofte in folder komt tot leven. Tientallen haaien schuiven langs me heen, de een nog groter dan de ander. Kenmerk van de grey nurse shark, alias zandtijgerhaai, is de imponerende rij rafelige tanden. De ontmoeting is even spannend als bijzonder, doordat de populatie van deze bedreigde diersoort sterk is afgenomen. Schuin boven me schuift een exemplaar van zeker drie meter achteloos voorbij. Op slechts een paar meter afstand voel je je als Nemo bij de afgrond in open zee. De 3-dimensionale werkelijkheid maakt de film compleet. Met aan één hand de rots en in de andere een camera bevind ik me in een wereld waar tijd niet meer bestaat.

In een glimp zie ik iets blauws achter een rots verdwijnen. Om mij heen, naast de haaien: niemand meer. Ik snel me achter de eigenaar van de blauwe flippers aan en voeg me bij de rest. Na een tik op mijn schouder kijkt een paar ogen mij vragend aan. Gebaren vertellen me dat ik me bij een andere groep duikers heb aangesloten…

Terug in de duikschool, een biertje in de hand, komen de verhalen. Over de stroming, de duisternis, de haaien en hun tanden. En die Dutchie, die tussen al die haaien de weg kwijt raakte.  


Praktisch

Duikscholen richting Fish Rock Island vertrekken vanuit de haven van South West Rocks. Duikscholen

South West Rocks ligt tussen Sydney en Brisbane aan de oostkust van Australië (ca 500km van beide steden). 

Het aanbevelen waard: South West Rocks Dive Centre. De duikschool die zelfs een verdwaalde Dutchy veilig thuis wist te brengen. http://swrdive.com.au/

Smoky Cape Lighthouse; vuurtoren uit 1891 met prachtig uitzicht over de kustlijn. Van mei t/m oktober zwemmen bultrugwalvissen voorbij.